Interview: Martin Hillenga

Elke maand interviewen wij een bondlid, om zo te laten zien wat er speelt binnen H.E.M.A. in Nederland.


Hey hallo iedereen! Ik ben Martin Hillenga, ben 35 jaar en woon in het mooie Delft. Ik ben hier dan wel niet geboren, maar woon hier sinds het begin van mijn studie Milieukunde, nu meer dan 10 jaar geleden. Na enthousiast van het studentenleven genoten te hebben en uiteindelijk toch te zijn afgestudeerd, ben ik in Delft blijven hangen en heb ik na wat omzwervingen een baan gevonden net buiten Delft als milieukundig adviseur. Ik heb geen huisdieren, maar wel is m’n vriendin bij me ingetrokken in mijn kleine huisje en technisch gezien logeert ze hier alweer 1,5 jaar. Zoals het een enthousiast lid betaamt heb ik haar een paar keer meegenomen naar rapier training en is ze zelf ondertussen ook met enige regelmaat te vinden op onze trainingen. Naast rapier besteed ik mijn tijd aan paintball, games, spelletjesavonden met vrienden en het genieten van een goed glas bier of whiskey, al dan niet in het gezelschap van vrienden en familie.

Hoe ben je H.E.M.A. ingerold?

Voor mij begon het zwaardvechtavontuur op Facebook. Ik heb altijd een grote interesse gehad in geschiedenis en krijgskunsten hebben mij altijd wel gefascineerd. Na van mijn achtste tot mijn twintigste aan judo gedaan te hebben, volgde ik enkele lessen kendo. Dit laatste had ik om allerlei reden echter nooit echt doorgezet, dus toen vrienden van mij op Facebook aangaven dat ze naar een proefles historisch rapierschermen gingen, was ik direct geïnteresseerd. De training werd gegeven door Reinier van Noort, die, als ik het me goed herinner, eerst nog training gaf in Utrecht, maar toen een nieuwe club had opgericht in Delft. Deze club kreeg de naam SHS, School voor Historische Schermkunsten, en bij deze club train ik nu al weer zeker 5 jaar.

Waar train je?

Onze trainingen vinden plaats in de gymzaal van Montessorischool Jan Vermeer, Raam 20 te Delft. Hier zijn we normaal gesproken elke woensdag tussen 20:00 en circa 21:30 te vinden, maar momenteel zijn we heel hard aan het genieten van onze vakanties, zodat we tegen 6 september een goede reden hebben opgebouwd om te beginnen. Omdat Reinier in 2014 verhuisde naar Noorwegen, worden onze trainingen tegenwoordig gegeven door true Englishman en groot fan-van-alles-dat-met-zwaarden-te-maken-heeft, Craig Healey. Craigs trainingen worden afgewisseld door de lessen van Mark Kloeg, die met zijn eigen ongebreideld enthousiasme een vrolijke noot weet aan te brengen in elke training.

Wat vind je leuk aan je club/vereniging?

Er zijn uiteraard diverse leuke dingen aan SHS te noemen. Persoonlijk vind ik het een voordeel dat het een niet al te grote club is. Dit maakt de lessen flexibel en open voor ideeën en inzichten die we elders, of gedurende de training hebben opgedaan. En verder is er uiteraard niets leukers dan na een geslaagde training, onder het genot van een lekker biertje en een schaal nacho’s, de avond echt af te sluiten op één van de vele terrasjes van Delft. Ik heb mooie herinneringen aan de diverse seminars die er zijn geweest, de demonstraties die we als SHS gegeven hebben op de Grote Markt, en het meedoen aan het eerste International Rapier Seminar, toen gehouden hier in Delft, was echt fantastisch. Een ander hoogtepunt voor mij was het huwelijk van Mark en Saskia in het voormalig legermuseum van Delft, geheel in de klassieke stijl en met meerdere clubs die zwaardvechtdemonstraties gaven.In het dagelijks leven ben je vaak te druk met werk en diverse andere dingen, ik denk dat ik er daarom nog niet eerder bij stil heb gestaan, maar in de loop der jaren zijn er veel vriendschappen en mooie herinneringen ontstaan die er zonder SHS niet zouden zijn geweest.

 

De School voor Historische Schermkunsten focust zich als enige club in Nederland echt op de rapier. Wat vind je hier zelf zo leuk aan?

De rapier kwam eind 15e eeuw in ontwikkeling en werd in de 16e een 17e eeuw vooral gedragen door de gegoede burgerij. De rapier (en later z’n opvolger het degen) werd gebruikt om mee te duelleren en is primair bedoeld als steekwapen. De kunst van het rapierschermen was vooral populair in Spanje (Destreza) en Italië (Dardi), maar had ook veel navolging in Frankrijk, Engeland en Duitsland. In Nederland waren het schermmeesters als Thibault en Bruchius die de schermkunst onderwezen en hierover hun verhandelingen schreven. De transcriptie van Bruchius’s Scherm- ofte Wapen-konste (1671) in 2012 door Reinier van Noort, vormt de basis van onze techniek. Deze tekst beschrijft voornamelijk de techniek van het vechten met enkel een rapier. In de loop der jaren hebben we regelmatig uitstapjes gemaakt naar rapier en dolk en zo nu en dan ook naar rapier en mantel, gevechten in een groep en nog diverse andere technieken. Mijn favoriet onder de technische uitstapjes is rapier en dolk; deze combinatie maakt het mogelijk een wapen te strengeren met een dolk en met je rapier de klus af te maken. Tevens komt het vaak voor dat twee tegenstanders te dicht bij elkaar komen, waardoor steken met een rapier nagenoeg onmogelijk wordt. Een dolk is op dat moment een welkome aanwinst.

Ben je zelf ook bezig met het bestuderen van manuscripten/bronnen?

Uiteraard heb ik het manuscript van Bruchius wel eens bestudeerd (het heeft veel plaatjes, dat maakt het makkelijk), maar verder verdiep ik me meestal niet in de verhandelingen. Ik ben in mijn werk al dagelijks bezig met wetteksten en rapporten en wil ’s avonds dan meestal iets anders doen dan Oud-Hollandsche teksten lezen. Thibault staat echter wel op mijn lijstje om weer een keer doen.

Waar ben je trots op?

Ik ben geen toernooivechter en ben dat ook niet van plan te worden, maar als ik zo nu en dan met de slimme techniek een puntje kan pakken in een duel, dan is dat voor mij ruim voldoende. Ik haal plezier en trots dan ook voornamelijk uit het goed uitvoeren van een techniek en het plezier wat iedereen uit het vechten met een zwaard haalt.

Wat is je leukste H.E.M.A.-herinnering?

Mijn leukste H.E.M.A herinnering was de demonstratie op een zaterdag in het Museum van Oudheden in Leiden in 2016. Het museum had een expositie over zwaarden door de jaren heen en wij, samen met diverse andere clubs, waren uitgenodigd om een demonstratie te geven. Mark, Saskia en ik, onze gear en een lading rapiers reden in een veel te kleine auto naar het Leiden, waardoor ons vervoersmiddel nog het meeste weg had van een binnenstebuiten gekeerd stekelvarken op wielen. Nadat Mark en ik onze ‘ver van tevoren bedachte en tot in detail geplande’ demonstratie hadden uitgevoerd, hebben we genoten van de vele andere technieken die ook te zien waren. Dit was voor mij het moment dat het H.E.M.A.-idee een beetje ging leven.

Wat zou je graag nog willen gaan doen?

Een geslaagde volta doen tijdens een duel, zonder in m’n rug te worden gestoken! De volta is de techniek van het ontwijken van het zwaard en tegelijkertijd je tegenstander te raken, door je zwaardarm te strekken en je lichaam zo ver aan de kant te gooien dat je je rug naar je tegenstander toe draait. De volta is een van de elegantste technieken binnen het repertoire van Bruchius, maar ook een die bijna altijd leidt naar een vroegtijdig einde van het duel, met jezelf in de benadeelde positie.

Wat is jouw toekomstverwachting van H.E.M.A.?

Mijn ervaringen met H.E.M.A. zijn redelijk beperkt. Maar, één vertegenwoordiging, één platform, met een groter bereik dan de vele losse clubs, dat is wel wat ik van H.E.M.A. verwacht. Alleen zo kunnen we aan een breed publiek laten zien wat voor een geweldige sport we met z’n allen beoefenen.